CURSUSSEN VOOR VOLWASSENEN CURSUSSEN VOOR KINDEREN LEZINGEN RONDLEIDINGEN REIZEN SCHOOLPROJECTEN PUBLICATIES ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK
HET ONDERZOEK VAN DE HONDENMUMMIES
Behalve het in kaart brengen van de hondencatacombe, werd er vanaf 2009 onderzoek
naar de gevonden hondenmummies verricht. De schatting is op dit moment dat er door
de priesters in het verleden tussen de 8 en de 10 miljoen mummies van hondachtigen
op de site werden bijgezet. Hoewel de overtuiging bestaat dat een deel van de mummies
in de negentiende en twintigste eeuw uit de catacombe gehaald werd en in de bemesting-
Zo werden er verschillende steekproeven gedaan om het botmateriaal uit de verschillende gangen te verzamelen en te analyseren. De bestudeerde botten bleken van allerlei hondachtigen afkomstig. Behalve botten van honden (Canis familiaris) bevatten de steekproeven ook botten van jakhalzen (Canis aureus lupaster) en vossen (Vulpes vulpes aegyptiacaen Vulpes rueppelli rueppelli). Bovendien werden enkele botten van katten en runderen, mogelijk een varken en waarschijnlijk twee mummies van roofvogels aangetroffen.
De botspecialisten troffen in de catacombe van de honden, naast volwassen exemplaren, een groot aantal zeer jonge dieren aan, die aan de goden geofferd waren. Daarbij waren zelfs enkele foetussen en in veel gevallen puppy’s die jonger waren dan 8 weken. Het opmerkelijke aantal puppy’s lijkt erop te wijzen dat er een intensief fokprogramma bestond, waarbij de honden al snel na hun geboorte voor mummificatie aan de priesters werden overhandigd. Gemiddeld krijgen honden twee nestjes per jaar, maar dit aantal zou wellicht verhoogd kunnen worden als de nestjes vroeg bij de moeder zouden worden weggehaald.
Enkele van de jonge honden zullen ongetwijfeld zijn overleden als gevolg van het feit dat ze te vroeg bij de moeder werden weggehaald of omdat de moeder overleed. Andere onderzochte dieren vertoonden sporen van ziektes en/of trauma’s. Sommige dieren hadden bijvoorbeeld een incompleet gebit, leken met een stok te zijn afgeranseld (cirkelvormige deuken in de schedelbasis) of hadden last van artritis (in het bijzonder in de ruggengraat en de heupbeenderen). Verder werden enkele hondachtigen gevonden met gebroken en weer geheelde botten.
De hondachtigen waren niet erg zorgvuldig gemummificeerd. In veel gevallen waren de mummies tot stof vergaan. Er is ook geen bewijs van het gebruik van natron gevonden; het lijkt er op dat bij de mummificatie kalk gebruikt is. Het zou kunnen zijn dat de honden eerst voor een korte periode in de kalk gelegd werden, daarna besmeerd werden met een mengsel van oliën en harsen, om tot slot in vier tot zes lagen linnen gewikkeld te worden. De meeste votiefmummies werden in grote hoeveelheden in de zijgangen van de catacombe in Sakkara neergelegd. In bepaalde wanden van de catacombe werden echter ook enkele graven van honden aangetroffen, die met meer zorg, vaak in een houten kistje en op individuele basis, begraven waren.